HET BEELD DAT CHAGALL VAN ZICHZELF SCHETST (Deel 2)
Een serie avondstudies gegeven in het Maison Descartes
de Franse Culturele ambassade te Amsterdam in 2013.
tweede avond:
Het belang van mythevorming
p a r a g r a a f t w e e
Het belang van legendevorming voor Chagall.
Bij mijn weten heeft nooit iemand rechtstreeks aan Chagall gevraagd waarom hij zo gesteld was op legendevorming en een rechtstreeks antwoord bestaat al evenmin. Het betrouwbaarheidsgehalte van
zo'n antwoord zou overigens direct het volgende probleem zijn. Bedacht dient te worden dat hij niet de enige kunstenaar is die rond zijn oeuvre een mistbank van mythes schept. Chagall is er wel
al op heel jonge leeftijd mee begonnen. Deze vraag heeft mij jaren bezig gehouden en het bevreemdt me dat niet elke Chagall-onderzoeker blijk geeft met deze vraag rond te lopen. Het blijft gissen
en zoeken, maar enkele draden kunnen opgepakt worden:
1. Chagall koestert een voorkeur voor datgene wat het alledaagse overstijgt
De wereld in de synagoge die hij als kind met zijn vader elke ochtend opzoekt, de wereld van de rondtrekkende straatartiesten die opeens voor enkele dagen in de buurt neerstrijken, de
wereld van de Joodse feesten en de vrijdagavond-sfeer in huis, de aloude Joodse verhalen over Elia, Mozes, David, Abraham. De alledaagse werkelijkheid is hieraan ondergeschikt.
2. Met de taal zet je de werkelijkheid naar je hand
Zijn ouders spreken Jiddish met elkaar, met zijn zussen en broer spreekt hij Russisch, hij leert in de 'sjoel' van de rabbijnen het lezen in het Hebreeuws. Al vroeg gaat hij gedichtjes
maken in de beide omgangstalen, want elke taal kent zijn eigen werkelijkheid. Als zijn moeder hem 'inkoopt' op een middelbare 'staats'-school raakt hij helemaal van slag wanneer hij een anders
soort Russisch moet spreken: hij verliest zijn spraak, gaat hevig stotteren en zal het stotteren zijn leven lang nooit helemaal verleren. Dit Russisch was een dorre schooltaal en miste voor
Chagall de verbinding met die 'andere' werkelijkheid: de wereld van geborgenheid thuis en in de sjoel. Hij ervaart dat je middels de taal je eigen leven in de hand kunt hebben, al zal dat een
ijzeren discipline vergen.
3. Chagall is van jongs af aan ijdel en zelfbewust
Hij vond het leuk om voor de spiegel te staan en zijn gezicht wat op te tutten. Bovendien was hij een belangrijk aanspreekpunt voor zijn moeder, de tweede 'man'-figuur in het gezin waar
moeder op terugviel wanneer haar man 's avonds te moe was om tegen te praten. Zijn moeder merkte die speciale gevoeligheid voor die 'andere werkelijkheid' op in haar oudste zoon en liet hem
daarin verder gaan. Het heeft er alle schijn van dat Mosje dit al op jonge leeftijd gaat uitbuiten door zijn moeder in dat opzicht te anexeren en er anderzijds voor te waken haar niet in
verlegenheid te brengen. Zijn ijdelheid werd door zijn moeder niet tot normale proporties teruggebracht.
4. Chagall voelt intuïtief de intentie in kunst
Hij hoeft maar een keer een afbeelding van een schilderij gezien te hebben, een gedicht gelezen te hebben, voor een bouwwerk te hebben gestaan, een klassiek verhaal te hebben gehoord.... of
hij voelt de waarde ervan aan, dringt door tot de essentie en laat de werkelijk artistieke kant ervan niet meer los. Laten we maar zeggen: dat heeft hij met zijn geboorte meegekregen; een gave
waarvan hij zich vrij vroeg bewust van was. Daarover verwonderde zijn moeder zich bij de kleine Chagall, en dat werd tijdens zijn verblijven in St.Petersburg versterkt.
5. Chagall wil autodidact zijn
Als Chagall eenmaal bij Pen in de leer is draaien de rollen al snel om: zijn andere kleurgebruik en trefzekerheid in beeldgebruik zorgen dat hij 'voor niets' mag doorleren bij Pen; zelf ziet hij
de school van Pen alleen maar als middel om te leren hoe je schilderslinnen moet prepareren, hoe kleurverf gemaakt wordt en dat soort technische zaken. En na enkele maanden houdt hij het daar wel
voor gezien, want hij vindt zichzelf te goed om er langer te blijven en trekt naar Sint Petersburg. En na enige tijd vindt hij zichzelf eigenlijk te goed voor St.Petersburg. Het is een klap
voor hem als Leo Bakst hem - wegens gebrek aan talent voor het beschilderen van toneeldoeken - niet mee wil nemen naar Parijs. In Parijs zou hij zijn ontdekkingsreis door de kunst kunnen
voortzetten, beter dan zijn vroegere klasgenoten Zadkine en Vincent Mendel, die immers vooral baat hebben bij goede leermeesters.
6. Chagall blijft onafhankelijk
Het meeste wat de schilderacademies hem in deze grootste cultuurstad van Rusland bij willen brengen is aan hem niet besteed: Hij weet te goed welke kleuren hij nodig heeft, hij weet te goed welke
beelden zich aan hem opdringen. Hij zuigt de schilderijen, iconen, primitieve kunstuitingen op, gaat ermee aan de slag en laat het even makkelijk los. Hij meet zichzelf de idee aan dat anderen
hem nauwelijks iets te bieden hebben, het enige houvast zit in hemzelf. Het zien van werken uit de nieuwe stromingen in Frankrijk is een openbaring voor hem: Van Gogh, Cezanne, Gauguin,
Matisse.... In Parijs belandt hij dan ook in een kunstroes die enkele jaren aanhoudt: hier is meer te zien dan hij kon bevroeden, doch ook hier blijft hij onafhankelijk: hij volgt zijn
eigen weg.
In de loop der jaren heb ik steeds sterker de indruk gekregen dat het voor Chagall een probleem was om de omstandigheden en simpele feiten der werkelijkheid uit zijn jeugdjaren te laten
sporen met de werkelijkheid die aan bovengenoemde zes punten geschetst is. Vanaf het moment dat hij bewust koos om 'kunstenaar' te worden is hij gaan werken aan een beeldvorming die de beide
werkelijkheden zou laten sporen. En daaruit groeit het beeld dat Chagall van zichzelf wil schetsen.
Pieter Zuidema
Wordt vervolgd
Bekijk hier het overzicht met andere Papers of the Month