HET BEELD DAT CHAGALL VAN ZICHZELF SCHETST (Deel 3)
Een serie avondstudies gegeven in het Maison Descartes
de Franse Culturele ambassade te Amsterdam in 2013.
derde avond:
Hoe wilde Chagall zichzelf zien?
Hoe wilde hij door anderen gezien worden?
Hoe wilde hij de geschiedenis ingaan?
1. over het algemeen
Naast de zes punten die de vorige avond besproken zijn zijn er meer zaken die bij Chagall de gedachte doet groeien dat hij vat dat hij tot een van de 'groten der aarde' voorbeschikt is. Hij zal geen moeite hebben om al op jonge leeftijd te beseffen dat hem op deze aardbodem maar drie mensen bekend zijn in wie hij een 'leermeester' ziet, alle drie geworteld zijn in het Jodendom: Mozes die ons de Wetten doorgegeven heeft, Jezus de Joodse rabbi, ook al is die door de Christenheid geannexeerd. En Rembrandt de grootste schilder en etser. Als vierde zal hij hier later nog aan toevoegen: Lenin, de man die een sfeer van vrijheid en gelijkheid tussen mensen in het tsaristische Rusland zal weten te toveren tijdens zijn wekelijkse straatredevoeringen in St. Petersburg: een sfeer die Chagall in Parijs ingedronken had en voor het Russische volk onmogelijk had gehouden. Het heeft er alle schijn van dat Chagall de legendevorming nodig had om zich te kunnen plaatsen in de rij van de groten der aarde; hij beschouwt zichzelf als zo'n uniek mens dat hij zich niet kan voorstellen dat deze zomaar, toevallig, ter wereld is gekomen. Om zo'n uniek figuur moet een kleed van uitzonderlijke gebeurtenissen hangen. Daarbij spelen gebeurtenissen rond de geboorte immer een cruciale rol, denk maar aan Mozes of Jezus.
2. als beeldend kunstenaar
Chagall ziet zichzelf als een der allergrootste Europese beeldende kunstenaars uit de wereldgeschiedenis en als een zeer veelzijdig artiest,
die zich laat beïnvloeden door een intuïtieve krachtbron die zich meester van hem maakt - hij noemt het graag 'de muze' - en niet bepaald of al te sterk beïnvloed door heersende mode of
kunststromingen. Hij steekt zelfs de draak met kunstenaars die onderworpen zijn aan de tijdgeest of een bepaalde stroming en noemt het een blijk van geestelijke armoede dat iemand als Picasso
voorop loopt bij elke nieuwe modegril. Zijn contacten met collega's in de beeldende kunst verlopen dan ook op zijn zachtst gezegd stroef en - op een enkele uitzondering na, zoals de tien jaar
oudere Matisse - hij zal kritiek van hen op zijn werk maar moeilijk kunnen verdragen. In alle drie levensperiodes zal hij dit beeld van zichzelf meedragen en uitstralen: hij is de Maitre.
3. als persoon
Voor Chagall is de liefde het belangrijkste en enig houdbare cement tussen mensen. Deze liefde vindt zijn mooiste en hoogste vorm in de band van het huwelijk. De liefde kan alleen opbloeien in een wereld van vrijheid, een wereld waar mensen niet ondergeschikt zijn aan anderen, een wereld waarin mensen slechts gebonden zijn aan 'bevrijdende' wetten die het samen-leven mogelijk maakt. Vanuit die verbondenheid is hij opgegroeid en hij heeft deze denkbeelden vanuit zijn eigen opvoedingsklimaat naar waarde weten te schatten. De omslag die Picasso in 'les demoiselles' gemaakt heeft is hem een gruwel: je trapt door de voorwaarden heen die mensen onderling verbinden en het streven naar vrede maakt plaats voor de behoefte aan strijd. Hij heeft er geen moeite mee de geschiedenis in te willen gaan als een apostel van de vrijheid, van de liefde en van de vrede.
Na de pauze TEN BESLUIT
Frictie tussen beeld en werkelijkheid
Als je zo intensief bezig bent om de werkelijkheid naar je hand te zetten, dan moet je vast wat te verbergen hebben. Nu geldt zeker bij iemand als Chagall dat de werkelijkheid veel complexer
is om zo te beoordelen. Toch waag ik een poging op basis van hetgeen ik in de loop der jaren van hem gezien heb, al was het alleen al om Chagall niet tekort te doen vanwege de door hemzelf
geconstrueerde beeldvorming.
1. zijn mensbeeld en wereldbeeld
Lassaigne, een van zijn vrienden die hem in dit opzicht vermoedelijk het best heeft doorgrond, spreekt er bij Chagalls zeventigste verjaardag zijn verwondering over uit dat Chagalls mensbeeld en wereldbeeld altijd gelijk gebleven is aan dat van zijn jeugd. Lassaigne constateert dat Chagall niet bezig was met dat mensbeeld met die kijk op de wereld, doch genoeg heeft aan de problemen rond de wijze waarop hij dat moest verbeelden. Het is een direct aan het Chassidisme ontleende totaal aan opvattingen, zoals terug te vinden bij zijn leeftijdgenoot dr.Martin Buber, waarbij Chagall de manieren waarop uiting gegeven wordt aan het Joodse geloof volledig los gelaten heeft, omdat hij die niet kan rijmen met het wezenlijke van het geloof. Hij kiest -samen met leeftijdgenoten- ervoor om die versteende wereld achter zich te laten en om te wisselen voor de wereld van de kunst. Motor achter deze nieuwe beweging onder jongeren in Vitebsk is zijn vriendin .... bij wie hij voor het eerst Bella is tegen gekomen. Op meerdere punten is dit beeld in strijd met de mythe die hij om zich heen liet ontstaan, juist daar waar het verouderd is en bij een samenleving hoort die er niet meer is.
2. als beeldend kunstenaar
In de loop van deze studie zal blijken dat hij als scheppend kunstenaar zich enerzijds sterk bewust is van zijn kunnen maar anderzijds constant twijfelt aan het werk wat hij onder handen heeft. Hij heeft zelfs die twijfel nodig om op hoog niveau te kunnen presteren. Dit soort zaken hoeft niet in strijd te zijn met het beeld dat hij zo zorgvuldig van zichzelf gecomponeerd heeft. Wat hij aan kunstwerken naar buiten brengt is uniek, hij heeft als geen ander toegang tot de schatkamer van de Europese cultuur, hij put eruit en geeft dat als een soort intermediair in een niet aflatende stroom door, daarbij gebruik makend van kleuren en kleurnuances die ergens in ons Europeanen verankerd schijnen te zijn. Kortom: bestudering van zijn werk brengt mij ertoe te stellen dat het beeld dat hij van zichzelf als artiest schetste, door hem goeddeels is waar gemaakt. Hij wilde een genie zijn en menigmaal was hij dat ook.
3. als persoon
In zijn sociale leven, waar hij overigens niet zoveel tijd voor had en dat bij hem altijd op de tweede plaats kwam, bleek hij een vat vol tegenstrijdigheden en is er een duidelijke scheiding tussen 'leer' en 'leven'. Wantrouwig geworden omdat hij keer op keer in anderen teleurgesteld werd, afhoudend omdat mensen maar al te vaak wat van hem wilden, egocentrisch maar soms ook sociaal, kon hij heel aimabel maar ook heel onuitstaanbaar zijn. Het in menig opzicht achterhaalde mensbeeld (zijn visie op de rol van man en vrouw komt zo uit het Joodse leven van de negentiende eeuw, en lijkt nog stijver dan dat van de SGP), maar ook minder goede karaktertrekken die hij niet altijd de baas kon, heeft afbreuk gedaan aan het beeld dat hij van zichzelf creëerde. Hij was een mens die altijd een rol speelde en zich terdege bewust was van het masker dat hij opzette, maar tevens iemand die grote behoefte had aan erkenning, aan aandacht, aan aardig gevonden worden. Zijn achterdocht en ijdelheid maakten een onbevangen kijk op anderen al helemaal moeilijk. Het is verwonderlijk dat hij als mens vaak faalde, waar hij als kunstenaar geweldige hoogten bereikt heeft.
Pieter Zuidema
Bekijk hier het overzicht met andere Papers of the Month