Chagall Research Centre Wuyt heeft woensdag 8 februari het boekje ‘De klokken van Chagall – na zestig jaren’ gepresenteerd in Museum Meermanno in Den Haag. Het boekje kent ook een luxe uitgave met daarin het originele Kwadraatblad uit 1956 met litho M.112 van Marc Chagall (1887-1985). Deze boekpresentatie is tevens het startschot voor een gelijknamige reizende expositie.
Het Kwadraatblad
In 1956 verscheen het Kwadraatblad ‘De klokken van Chagall’ als een relatiegeschenk van steendrukkerij de Jong & Co in Hilversum. De uitgave was een initiatief van Pieter Brattinga (1931-2004). Het bevat een essay van Bernard Majorick (pseudoniem van Joop Beljon 1922-2002) over het gebruik van de klok in het werk van Chagall. In het Kwadraatblad is een originele litho (M.112, “Les Pendules”.) afgedrukt van Chagall. Het nieuwe boekje "De klokken van Chagall - na zestig jaren" is een eerbetoon aan Brattinga die in die naoorlogse tijd de Nederlandse drukkerswereld op een nieuw spoor wist te zetten. Bovendien is het hem gelukt om als enige een steenlitho van Chagall buiten Frankrijk af te laten drukken. Ook is het boekje een eerbetoon aan Chagall die als een der zeldzame artiesten uitdrukking kon geven aan emoties die diep verankerd liggen in het tijdsbegrip van ons mensen.
Na zestig jaren
De kern van het nu verschenen boekje betreft een 21e-eeuwse kijk op de staartklokken in Chagalls werken. Drs. Pieter Zuidema, hoofd van het Chagall Research Centre Wuyt, beschrijft hoe die staartklokken van Chagall alles te maken hebben met ons denken over de tijd, gevoed door de beleving ervan en de ideeën die in het Europese gedachtengoed liggen opgeslagen. Dit artikel in het nieuwe boekje wil een voorbeeld zijn van een 21e-eeuwse benadering van Chagalls werk. Daarnaast is het oorspronkelijke essay van Joop Beljon uit 1956 herdrukt en is een beschrijving door Annette Brattinga van de reis opgenomen, die Pieter Brattinga, Joop Beljon en Ed van der Elsken in 1956 naar Chagall in Zuid-Frankrijk ondernamen om de lithosteen te bemachtigen. Het boekje opent met een korte geschiedenis van de 36 kwadraatbladen.
De presentatie
In de leeszaal van het Koetshuis van Museum
Meermanno hield Pieter Zuidema een voordracht waarin hij besprak hoe de huidige manier van onderzoeken van het werk van Chagall afwijkt van die uit de vorige eeuw en stond hij stil bij een aantal
problemen waarmee deze ‘21ste-eeuwse’ manier van onderzoek te maken krijgt. Zijn voordracht mondde uit in de poging om verbanden te leggen met andere kunstvormen waarin de thematiek van de
tijd een belangrijke rol speelt. Als voorbeeld noemde hij een van de kernwerken van Olivier Messiaen (1908-1992) geschreven in 1940/1941 ‘Quator pour la
Fin du Temps’. Klarinettist Annemiek de Bruin vertolkte daarna het derde deel uit dit stuk, een solo
met de titel: “Abîme des oiseaux’. Dit muziekstuk sluit in de beleving van Zuidema nauw aan bij Chagalls ‘boven-het-water-vliegende-staartklokken’. Hierna ontving het museum, Annette Brattinga en
Roeland Beljon de eerste exemplaren van de luxe-editie, waarna waarnemend museumdirecteur Rickey
Tax een dankwoord uitsprak en een link legde tussen deze nieuwe producties van Nederlandse bodem en het werk van Museum Meermanno.
Reizende expositie
Op twaalf plekken in Nederland zal het komend jaar een kleine expositie steeds een maand
neerstrijken: “De klokken van Chagall”. Hier kan men de originele steen van de litho van Chagall zien met de brieven die hij hiertoe naar Brattinga geschreven heeft. Ook de werken van Chagall
waar in het boekje “De klokken van Chagall - na zestig jaren” op terug wordt gegrepen. Het merendeel van Brattinga’s kwadraatbladen wordt getoond, evenals andere werken die nauw met het onderwerp
verband houden. De première vindt plaats in Museum Elburg op 1 maart, waarna de expositie aldaar te zien blijft tot 8 april 2017. Kijk voor meer informatie op www.chagall.nl en www.museumelburg.nl